Turnster
Naam: | Laura van Leeuwen | |
Geb. datum: | 22-4-1986 | |
Plaats: | Den Haag | |
Lengte: | 1.69m | |
Gewicht: | 56 kg | |
Allereerste turnvereniging: | DOS Monster | |
Huidige Turnvereniging: | Pro Patria | |
Coach: | Frank Louter | |
Choreograaf: | Patrick Kiens | |
School: | Segbroek College te Den Haag |
Waar en hoe was het begin?
Mijn eerste serie was meteen de meest spectaculaire serie ooit. Nooit meer
zal ik dit kunnen of willen herhalen. Het begon aan de bovenste trede van een
oud herenhuis, toen nog mijn ouderlijk huis, aan de Nassau Odijckstraat in Den
Haag en eindigde beneden aan de voordeur.
Vele malen ging ik over de kop. Kop-staart-kop-staart-kop-staart enz. Wel iets
anders dan Flick-Flack-Flick-Flack. Deze performance liep uit op een enorm
geschreeuw en een aantal blauwe plekken. Later, al in mijn tweede levensjaar,
breidde ik de kunstjes uit op de zitbank, de commode, keukenaanrecht enfin alles
waar een klimmogelijkheid geboden was. Builen, schrammen en blauwe plekken
werden al heel gewoon.
Mijn zus Yara (toen 8 jaar) turnde heel verdienstelijk bij Neptunus in
Scheveningen, een clubje dicht bij huis. Ik “mocht” altijd mee om haar te
brengen en halen.
Al snel besloot mijn moeder ook mij wat vakkundiger aan te pakken en werd ik
ingeschreven bij de peuter gym. Na een lange tijd bankje op bankje af, klimrek
op klimrek af en koppeltje duiken, werd ik door mijn juffie (Carmen Elissen)
naar DOS Monster geloodst. Dat was een gouden tijd. Op een zeer speelse manier
werd mij de basis van het turnen bijgebracht. De familie Debij die toen en nog
steeds de drijvende kracht is van die vereniging, wist mijn liefde voor de
turnsport aan te wakkeren. De regio wedstrijden, de kleine kampioenschappen, de
springwedstrijden en niet te vergeten de super zomer kampen en Sint Nicolaas bij
Fred en Corrie Debij waren een groot feest.
Met heel veel plezier denk ik terug aan die eerste jaren van mijn turnleven.
Even later kwam Michel Bosman aan het firmament. Een strenge trainer, zo eentje
die de puntjes op de “I” zet. Het turnen kreeg een serieus tintje, het werd echt
belangrijk om netjes te werken en daadwerkelijk te presteren.
Met Michel gingen we wel eens buiten hard lopen of joggen. De turnhal lag
praktisch aan het strand; het was heerlijk om daar buiten te lopen. Ik kreeg
mijn eerste echte blessure door een sportfietser omver te lopen. Ik rende op het
fietspad en hij zag mij niet. De fiets in kreukels totaal kapot, de fietser met
schaafwonden en ik met een been dat weken lang pijn deed.
Michel kon heel goed schaatsen en soms mochten we met hem mee naar de Uithof,
dikke pret, na afloop iets lekkers bij z’n moeder thuis. Ja, een turnjeugd die
ik ieder jong turnmeisje zou toewensen.
In 1995 won ik voor de eerste en enige keer een titel van All Round
Nederlands Kampioen.
Categorie 5B pupil I. Het was voor mij en voor DOS Monster een sensatie.
In die tijd mochten we soms met een paar meisjes en Michel een middagje trainen bij PRO PATRIA. We moesten ons dan extra goed gedragen en zeker ons beste beentje voorzetten. Spannend was dat zeker. We keken erg op tegen de meisjes die daar onder leiding van Frank Louter trainden. Ze waren allen beregoed.
Al snel na mijn All Round titel werd ik door Michel naar PRO PATRIA gebracht.
Hij verzocht Frank mij toe te laten tot zijn groep. Nu kon het echte werk
beginnen.
Zo soepel ging dat niet. Maanden heb ik met Rob Heidereich eindeloos basis
elementen herhaald. Heel lang hebben Sonja Lamboo en Ingrid Stienstra gewerkt
aan een perfecte houding en correcte bewegingen. Het leek een eeuwigheid voor ik
eindelijk overgedragen werd aan Mark Tönissen.
Mark was streng, het moest allemaal goed, heel goed. De meisjes van PRO PATRIA
waren bekend in Nederland als zeer goede turnsters. Sylvia van Duin, Kirsten
Visser, Patricia Timmer, Anneke Lücke, Leonie Marzoek, Maha Al Sahed, Mildred
Brun, Isette Du Burck, Suzanne Harmes, Verona van de Leur, Shiannah Danen,
Kimbeley Viola etc. Allen hebben hun steentje bijgedragen aan de eer van de
club.
Vaak gingen we vóór de Nederlandse Kampioenschappen op stage. Dat was hard
werken, alle trainers gingen mee. Het was net een grote familie, na de zware
trainingen spelletjes en slabbabertjespap.
Maar we kwamen allemaal superscherp terug en op de wedstrijd werd de ene na de
andere medaille gewonnen.
We zitten nu inmiddels in 2005. Van de oude groep ben ik de enige. Als
laatste der Mohikanen.
Ik ben ook de oudste van het stel. Suzanne en Verona trainen nu bij De Hazekamp
in Nijmegen, alle anderen zijn met turnen gestopt. We zien elkaar op
wedstrijden, met Suzanne ben ik naar de Olympische Spelen in Athene geweest en
met Verona naar Birmingham voor de World Cup Finale van 2004.
Velen vragen zich af hoe lang ik nog doorga met de topsport. Het is niet iets wat van een kalender of een wekker afhangt. Turnen begint met een uitdaging, krijgt vorm en ritme, groeit dan uit tot een passie. Na zoveel jaren is turnen een deel van jezelf geworden. Het loslaten is een beslissing die je niet makkelijk neemt. Zolang het goed gaat, blijft het spannend en leuk. Vaak stopt men na een blessure, dat is de meest verdrietige manier. Vaak ben ik daar mee geconfronteerd, maar telkens wist mijn lichaam met de hulp van zeer kundige artsen en eindeloos geduld van Frank Louter zich weer te herstellen. En hop, na een langere of kortere periode gingen we weer aan de bak.
Binnenkort beginnen weer alle wedstrijden: Grand Prix, EK, NK, WK etc… We
zullen zien wat de toekomst brengt.